advertentie
  • Schiedam

Het verhaal van Pinneke Proost: ‘Ik wist meteen dat het bijzonder was’

De legende van Pinneke Proost, een Schiedamse jeneverkabouter waarover een reclameboekje genaamd ‘Het recept van Pinneke Proost’ werd geschreven, wordt nieuw leven ingeblazen tijdens een lezing van John Wigmans en Marianne Jansen.

Jeroen Langeveld

door Jeroen Langeveld

vrijdag 03 november 2023 18:11

Het verhaal van Pinneke Proost begint in 1943 als striptekenaar Marten Toonder (bekend van Olivier B. Bommel en Tom Poes) van distillateur Herman Jansen de opdracht krijgt om de huiskabouter van de familie Jansen te bedenken. De jeneverkabouter zou na de oorlog moeten verschijnen in een uitgegeven reclameboekje, maar dit ging niet door. Het boek bleef uiteindelijk 52 jaar op de plank liggen.

Beperkte oplage

Na 52 jaar belande het boekje uiteindelijk in handen van John Wigmans. Hij kwam via een onderzoek naar het ‘reilen en zeilen’ van striptekenaar Hans G. Kresse terecht bij een collega van Kresse. De collega vertelde Wigmans dat de studio waar Kresse werkte in de Tweede Wereldoorlog een opdracht had gekregen van een jeneverfabrikant. Één jaar later ging Wigmans op onderzoek uit.

“Ik kwam terecht bij Dick Jansen, de zoon van Herman Jansen. Jansen had een blauw map liggen met heel groot Pinneke Proost erop.” In de map trof Wigmans materiaal aan dat een halve eeuw door niemand naast de familie Jansen was bekeken. Wigmans wist snel het vertrouwen te winnen van Jansen en mocht daarom de hele Pinneke Proost map meenemen. “Ik wist meteen dat het bijzonder was”, zegt Wigmans met volle trots.

Waarom het boekje niet eerder werd uitgegeven wist Wigmans niet te achterhalen. “Ik heb heel veel mensen gesproken, maar niemand wist het. De auteur van Pinneke Proost, Marten Toonder, vertelde mij dat de belangstelling na het afronden van de opdracht weg was, maar dat hij al betaald had gekregen en door was gegaan.” De familie Jansen wist volgens Wigmans niet meer waarom het boekje niet is uitgegeven.

Uitgave

Uiteindelijk zag Pinneke Proost in 1995 het daglicht door de inspanning van John Wigmans. Er werden driehonderd exemplaren uitgegeven. “In 1994 heb ik met Toonder afspraken gemaakt, want ik had zijn toestemming nodig voor de publicatie. In eerste instantie wilde hij het niet plaatsen, want het was volgens hem een jeugdzonde.” Vervolgens heeft Wigmans nog vaker aangedrongen bij Toonder tot het dan toch realiteit werd: Pinneke Proost moest de wereld in. “Uiteindelijk mocht ik een hele beperkte oplage van driehonderd exemplaren uitgeven, waarvan ik er zelf één heb bewaard.”

Lezing

12 november komt het verhaal van Pinneke Proost terug, dan geeft Wigmans er een lezing over. “Ik ga vertellen hoe moeilijk de zoektocht was, want die ging niet van een leien dakje. Daarnaast ga ik heel veel plaatjes die wel of juist niet in het boek zijn verschenen laten zien.”

Het verhaal van Pinneke Proost: ‘Ik wist meteen dat het bijzonder was’