advertentie

'Het grijze gemoed van de gemiddelde Vlaardinger'

Nog twee dagen dan worden SCHIE en Omroep Vlaardingen samen één: Twee. In vijf verhalen van oud-stadsdichter van Vlaardingen Look J. Boden maakt de Schiedammer al vast kennis met Vlaardingen.

'Het grijze gemoed van de gemiddelde Vlaardinger'
Look J. Boden

door Look J. Boden

zaterdag 30 december 2023 11:00

Vandaag deel 4: Mopperkonten

Je hoort ’t mensen weleens zeggen: ‘Ik ben trots op m’n kinderen.’ Of: ‘Ik ben trots op m’n cluppie’. Trots is zo’n heerlijk gevoel in je lijf, waarbij je een ander of jezelf een compliment mag geven. Je kunt trots zijn op mensen, maar ook op dieren, dingen en gebeurtenissen.

Vlaardingen heeft al aardig wat crises meegemaakt, maar het overwinnen ervan roept bij de meeste Vlaardingers geen trots op. Er valt altijd wel wat te mopperkonten. Of het nu gaat om de aanleg van een metrolijn, het planten van een boompje of de vestiging van een sterrenrestaurant in de stad (nog nooit gebeurd overigens): het is eigenlijk nooit echt goed.

Voorbeeld. In 1018 waren we verwikkeld in een veldslag onder leiding van Dirk de Derde. Deze eigenwijze neef van de toenmalige Duitse Keizer wilde graag wat centen voor zichzelf houden, wat zijn oom niet echt een goed idee vond. Na meerdere malen een boodschapper te hebben gestuurd met het verzoek om zich nou maar eens netjes aan de regeltjes te houden, greep de keizer naar hardere middelen. Over de Rijn voeren diverse schepen naar Vlaardingen om die eigenwijze Dirk met zijn eigenwijze volkje in het gareel te brengen. Dat heeft de keizer geweten: de soldaten hadden nog maar nauwelijks voet aan de grond gezet of ze werden vakkundig een kopje kleiner gemaakt. Al met al geen smakelijke vertoning natuurlijk, maar ‘onze’ Dirk heeft Vlaardingen wel op de kaart gezet. Iets om trots op te zijn… toch?

Vlaardingen overleefde de St. Elizabethsvloed, een Stadsbrand, de val van de stad als politiek centrum (nog voordat Den Haag dat werd) en de instorting van de haringvisserij, waarmee we wereldleider waren. Stuk voor stuk crises waarvan we de verhalen, weliswaar met kleerscheuren, konden overleveren aan het nageslacht. De Vlaardingers halen er hun schouders voor op. Succes is leuk, maar ook daar zitten haken en ogen aan. Niet iets om trots op te zijn. Na het succes kwam er een crisis, één en al doffe ellende. Dat zij daar uit gekomen zijn, zegt wel iets over de vechtersmentaliteit. Maar het is ook niet iets om trots op te zijn.

Vandaag de dag probeert de ene citymarketeer de andere binnenstadsmanager te overtroeven in superlatieven. ‘Wat. Een. Geweldige. Stad!’ wordt er geroepen. ‘Vlaardingen heeft zoveel moois!’ Met termen als Verrassend, Groen, en (Vlaar)Dingen Doen proberen Gemeente en aanverwante organisaties hun stempel te drukken op het wat grijzige gemoed van de gemiddelde Vlaardinger. Wordt er iets georganiseerd dat in de ogen van de stedeling niet logisch is, dan krijgt de organisatie de wind van voren. ‘Mot dat nou? ’t Is toch weggegooid geld.’ Er heerst het principe van Doe-Maar-Gewoon. Het maaiveld is ontzettend laag.

Toch… als je de Vlaardinger vraagt of hij naar Schiedam zou willen verhuizen, of naar Appelscha, of misschien zelfs Maastricht, dan kijkt hij je aan of hij Maaswater ziet branden. ‘Bejje gèk, of zo?’ vraagt hij dan. Ergens in dat mopperkontenhart schuilt kennelijk wel degelijk een onverzettelijk Vlaardings vlammetje dat je met veel pijn en moeite trots zou mogen noemen.

Look J Boden 02 683x1024
Foto: Look J. Boden