advertentie
  • rechtspraak
  • Vlaardingen
  • dossier loodgieter

Afwezigheid Van Uffelen bij rechtszaak leidt tot vrijlating verdachte aanslagpoging met mortierbom

Aan het adres van de Vlaardingse loodgieter Ron van Uffelen zijn afgelopen anderhalf jaar meer dan twintig aanslagen gepleegd en verijdeld. Één van de aanslagpogingen vindt plaats op 23 december 2023. De politie vindt een mortierbom en weet te voorkomen dat deze tot ontploffing komt. Ook vinden zij de telefoon van Raúgene B.. De verdachte wordt opgepakt, zit tot en met vandaag vast en wordt morgen voorlopig vrijgelaten.

Foto: Twee
Foto: Twee
Rembrandt van der Heijden

door Rembrandt van der Heijden

woensdag 21 augustus 2024 12:49

Vandaag, 21 augustus, staat Raúgene B. voor de rechtbank van Rotterdam. Hij wordt aangeklaagd voor voorbereidingshandelingen en het medeplegen van een aanslag, alsook voor het in bezit hebben van zwaar vuurwerk. Deze dag staat de inhoudelijke behandeling van de zaak gepland.

Het OM blundert niet

De zitting begint echter met de mededeling dat de inhoudelijke behandeling niet kan doorgaan omdat "het slachtoffer niet aanwezig kan zijn". De rechtbank verwijst naar de loodgieter, die op maandag 12 augustus is overleden aan de gevolgen van een hartstilstand. De loodgieter had eerder, zonder medeweten van zijn advocaat, aangegeven dat hij graag de zitting had willen bijwonen. Dit is de tweede keer in een proces van negen maanden dat de zaak niet doorgaat. Toch benadrukt de rechtbank: “Het is niet een blunder van het OM.”

De advocaat van de verdachte reageert direct, hoewel hij ook begrijpt dat er sprake is van een bijzondere situatie. Volgens de advocaat kan zijn cliënt hier echter niets aan doen, en daarom moet er gesproken worden over de voorlopige hechtenis. De advocaat wijst erop dat er door personeelstekorten in de gevangenis straffen tot één jaar kunnen worden uitgezeten met een enkelband, of dat één derde van de straf in vrijheid kan worden uitgezeten, mits er een dagindeling is.

Lezen verdachten geen kranten?

De advocaat benadrukt dat zijn cliënt niets met het vuurwerk te maken heeft en niets heeft voorbereid. “Vaststaat dat de auto niet van mijn cliënt is, er is geen DNA gevonden op de tas van het vuurwerk en de medeverdachte, die inmiddels weer op vrije voeten is, zegt dat B. niets met de zaak te maken heeft.” Dat de medeverdachte, in tegenstelling tot B., wel vrij is, vindt de advocaat krom. “Recht hoort niet krom te zijn.”

Verder vraagt de advocaat zich hardop af of de voorlopige hechtenis nog wel te verantwoorden is, nu het slachtoffer is overleden. Volgens hem is er daardoor geen kans meer op herhaling, tenzij men gaat speculeren. De advocaat is zich ervan bewust dat er recent twee verdachten zijn opgepakt, maar stelt: “Als je gaat speculeren, kun je ook zeggen dat ze betaald waren, het copycat-gedrag was of dat ze geen kranten lezen.”

Tot slot verwijst de advocaat naar de persoonlijke omstandigheden van zijn cliënt. De verdachte is vader van meerdere kinderen en zijn vrouw kan niet werken. Ook wijst de advocaat op het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, waaruit blijkt dat verdachten recht hebben op spoedige berechting. Alles bij elkaar opgeteld, vindt de advocaat dat zijn cliënt het proces in vrijheid moet kunnen afwachten.

Klinkt als muziek in de oren

Het Openbaar Ministerie verzet zich tegen deze eis. Het aantreffen van de mortierbom, de telefoon in de auto en de camerabeelden zijn volgens de officier verzwarend. Ook het feit dat de aanslagen na het overlijden zijn doorgegaan en dat de verdachte in 2015 is veroordeeld voor een moord en zijn voorwaardelijke straf nog uitzit, vormen voor het Openbaar Ministerie (OM) voldoende redenen om te stellen dat er zeer ernstige bezwaren zijn en de rechtsorde geschokt is.

De officier erkent echter dat de persoonlijke belangen van de verdachte zwaar wegen en ziet in dat er ruimte moet zijn, aangezien de medeverdachte op vrije voeten is. Daarom pleit het OM niet voor opheffing van de voorlopige hechtenis, maar voor schorsing van de voorlopige hechtenis met voorwaarden tot de inhoudelijke behandeling. “Dat klinkt als muziek in mijn oren”, zegt de advocaat opgetogen.

De rechtbank gaat akkoord met de schorsing, die ingaat op 22 augustus. Maar, benadrukt de rechtbank, dat betekent niet dat de zaak is opgeheven. “Het gaat hier om een serie aanslagen. Dat geeft iets extra’s en betekent dat de rechtsorde geschokt is. Toch vinden we het belangrijk dat u voor uw kind en gezin kan zorgen”, aldus de rechtbank.

‘Vlaardingen is heel groot’

Aan de schorsing zijn wel een aantal voorwaarden verbonden. De verdachte mag geen contact hebben met de familie van de loodgieter, geen contact hebben met de medeverdachte, en niet in de Gretha Hofstralaan komen. In de rest van Vlaardingen mag hij wel komen. De rechtbank: “Want Vlaardingen is heel groot.” Tot slot heeft B. een meldingsplicht bij de politie en de rechter-commissaris.

In zijn laatste woord leest de verdachte een brief voor waarin hij zijn spijt betuigt en stelt dat hij niets met de zaak te maken heeft. “Ik weet dat ik vroeger iets heb meegemaakt waar ik spijt van heb, maar ik ben al vier jaar op het goede pad. Ik ben in een situatie gekomen waar ik niets mee te maken heb”, aldus de verdachte.

De inhoudelijke behandeling vindt plaats op 14 november bij de rechtbank van Rotterdam.

Reactie advocaat Van Uffelen

De advocaat laat weten dat hijzelf ten tijde van de zitting in het buitenland zat. Daar voegt de advocaat aan toe dat die niet geïnformeerd is over de planning van de zitting op 21 augustus. Ook zou er niet aan de slachtoffers gevraagd zijn wanneer ze beschikbaar waren. Dat is volgens de advocaat de reden dat de zaak is uitgesteld.