advertentie
Kwakkelstein, NSB-kinderhuis en brand: het verhaal achter Villa Kakelbont
Villa Kakelbont aan de Parkweg 2 in Vlaardingen, het eerste woonhuis dat ooit aan deze straat werd gebouwd, kent een bewogen geschiedenis. Ooit was het de thuisbasis van Duitse families, waaronder een gezin dat onderduikers hielp. Later diende het pand als kinderhuis voor kinderen van NSB’ers. Ook woonde er een van Vlaardings bekendste reders. Afgelopen zaterdag, 11 januari, legde een grote brand een deel van het dak in as.
door Rembrandt van der Heijden
donderdag 16 januari 2025 17:25
De informatie in dit artikel is gebaseerd op verschillende bronnen. Een deel van de informatie is overgenomen van het Algemeen Dagblad, het Rotterdams Dagblad en Musis. Daarnaast is informatie gebruikt van het Gemeentearchief Schiedam, het Vlaardingse Stadsarchief en de Historische Vereniging Vlaardingen.
Het terrein, dat in de vroege twintigste eeuw eigendom wordt van de Duitse familie Thyssens, vormt de basis voor wat tegenwoordig bekendstaat als Villa Parkzicht, beter bekend als Villa Kakelbont. Dit komt doordat het huis lijkt op de villa van Pippi Langkous en omdat in de glas-in-loodramen een aapje en een papegaai zijn afgebeeld. Architect W. Blokland ontwerpt de villa in opdracht van de gebroeders Balster, directeuren van de Vulcaan Coal Company in Rotterdam, een kolenbedrijf.
In 1920 bouwen zij het statige, ruime vrijstaande huis, voorzien van moderne gemakken zoals een kolengestookte centrale verwarming, badkamers met ligbad, douche en wastafels op elke verdieping en een keuken met de nieuwste snufjes. Onder het huis leggen ze grote kelderruimtes aan. Enkele jaren na de voltooiing trekken de gebroeders Balster in de woning, maar zij vertrekken al na een jaar naar Mülheim in het Ruhrgebied.
Villa Kakelbont | Twee
‘Black Tulip’
Na een periode van leegstand betrekt Carl Albrecht Grimm, een directeur van een groot Rotterdams bedrijf, de villa. Zijn familie woont er meerdere jaren voordat zij naar Dresden verhuizen. In 1928 komt de villa kort in handen van de Schiedammer Pieter Cornelis Noordegraaf, die het eigendom doorverkoopt aan Johannes Christian Riedlin.
Johannes Christian Riedlin, van Duitse afkomst, koopt het huis kort voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Zijn familie sympathiseert totaal niet met het nationaalsocialisme. Integendeel, zij helpen mensen die in nood verkeren. De familie blijft in de villa tot na de bevrijding. Daarna dwingt de overheid de meeste Duitsers, waaronder de Riedlins, Nederland te verlaten onder het beleid ‘Black Tulip’. Deze maatregel verplicht alle Duitsers, zelfs degenen met een vriendelijke houding, Nederland te verlaten.
Villa Kakelbont in 2012 | Foto: Jan Borsboom
Kinderen van de NSB
Na het vertrek van de familie Riedlin transformeert burgemeester Siezen de villa tot een kinderhuis voor kinderen van NSB’ers. Dit initiatief kent aanvankelijk veel uitdagingen, zoals slechte hygiëne en een tekort aan voedsel en kleding. Gelukkig verbeteren de omstandigheden snel, mede door tussenkomst van Bureau Jeugdzaken. Dit bureau, onderdeel van de Rotterdamse Politieke Opsporingsdienst, houdt toezicht op de heropvoeding van de kinderen.
Uiteindelijk sluit het kinderhuis zijn deuren en de villa krijgt een nieuwe bestemming als onderkomen voor migranten uit Nederlands-Indië die hebben gewerkt bij de Bataafsche Petroleum Maatschappij. Het pand wordt verbouwd om meerdere gezinnen te huisvesten, waaronder dat van Meinoud Kreischer. Kreischer, een scheikundig ingenieur, is de hoofdbewoner van september 1947 tot begin 1952. Uiteindelijk trekt ook Johannes Jacobus de Jong, samen met zijn vrouw en kinderen, in de woning. Zij wonen op de bovenverdieping. Laatstgenoemde vertrekt in 1950, wat goed nieuws betekent voor de familie Riedlin.
Kwakkelstein
Operatie 'Black Tulip' loopt tot niets uit. In 1950 mag de familie Riedlin dan ook terugkeren in de villa. Hoewel de gemeente een deel van het terrein onteigent voor woningbouw, hervat de familie hun leven in Nederland. Later wordt de familie genaturaliseerd. Na het overlijden van Riedlin koopt Willem Kwakkelstein, een vooraanstaande Vlaardingse haringreder, in 1973 de villa. Onder zijn leiding moderniseert het familiebedrijf, maar de visserijsector krijgt midden jaren zeventig te maken met grote uitdagingen, waaronder de haringvangststop en de oliecrisis.
Een groot deel van de vloot van de Vlaardingse reder verkoopt hij aan Zuid-Afrika. Willem Kwakkelstein gaat de geschiedenis in als de laatste Vlaardingse haringreder. Hij overlijdt in het Deense Skagen in mei 1998.
Na Kwakkelsteins overlijden komt het pand in handen van de Hongaarse vastgoedhandelaar George Tóth. Hij dient plannen in om de villa te slopen en het terrein te herontwikkelen, maar deze plannen stuiten op groot verzet. Uiteindelijk wijst men de villa in 2000, dankzij onder meer de steun vanuit de gemeente en de Historische Vereniging Vlaardingen, officieel aan als rijksmonument.
Villa Kakelbont aan de Parkweg in Vlaardingen in 2020 | Foto: Roel Dijkstra
Renovatie
Met de status van rijksmonument voorkomt men sloop. Daarna blijft de villa lange tijd onbewoond en krijgt het de reputatie van een spookvilla. Door de leegstand raakt de villa in verval. Tussen 2000 en 2020 wonen er verschillende bewoners. Een buurtbewoner vertelt dat er enkele krakers hebben gewoond en dat er zelfs een wietplantage in het pand heeft gezeten. De laatste jaren beheert leegstandsbeheerder Ad Hoc het pand en via hen woont er één persoon in de villa.
In 2020 koopt Wim Nederstigt uit Oud-Beijerland Villa Kakelbont en start een grootschalige restauratie om het verzakte monument in volle glorie te herstellen. Tegen alle verwachtingen in besluit Nederstigt na de voltooiing in 2021 zelf in de gerenoveerde villa te gaan wonen.
Grote brand
Op 11 januari 2025 slaat het noodlot toe wanneer er brand uitbreekt in de schoorsteen. De bewoner steekt de open haard aan, waarna hoger in de schoorsteen brand ontstaat. Hoewel het erop lijkt dat de brandweer het vuur onder controle heeft, vat een deel van het dak de volgende dag opnieuw vlam, waardoor een groot deel van het dak wordt verwoest.
De bewoner laat via het Algemeen Dagblad weten niet met de media te willen spreken. Wanneer meer informatie beschikbaar komt of wanneer de herstelwerkzaamheden beginnen, blijft onduidelijk. Of het huis met de kenmerkende glas-in-loodramen, waarop een aapje en een papegaai prijken, ooit weer haar deuren opent, blijft de vraag.