Hulpinstanties ‘schoten ernstig tekort’ bij mishandeld Vlaardings pleegmeisje

De inspecties van de Gezondheidszorg en Jeugd en de Inspectie Justitie en Veiligheid hebben zware tekortkomingen vastgesteld in de manier waarop de WSS en pleegzorgorganisatie Enver zorgden voor de veiligheid en het welzijn van het meisje. De bevindingen benadrukken dat deze instanties onvoldoende naar het meisje hebben geluisterd, ondanks meerdere concrete signalen van mishandeling in het pleeggezin.

In april 2024 werd het meisje met ernstig letsel, vermoedelijk door mishandeling en verwaarlozing, opgenomen in het ziekenhuis. Dit dramatische voorval voltrok zich in een rijtjeshuis aan de Madoerastraat in de Indische Buurt in Vlaardingen. Het meisje was maandenlang door haar pleegouders mishandeld.

Meisje werd niet geloofd

Al in de zomer van 2022 vertelde het meisje aan verschillende mensen dat zij misbruikt werd. Later, in december 2023, herhaalde zij haar verhaal over mishandeling in het pleeggezin. De reactie van de medewerkers van de WSS en Enver was echter zorgwekkend. Ze spraken met elkaar en met de pleegouders, die het misbruik en de mishandeling ontkenden. Dit leidde tot de veronderstelling bij de medewerkers dat het meisje onwaarheden vertelde en verzonnen verhalen deelde.

Pleegouders waren ‘betrouwbaar’

De inspecties wijzen op een tunnelvisie bij de medewerkers van Enver en de WSS met betrekking tot de pleegouders. Er werd onterecht uitgegaan van de veiligheid van het meisje, aangezien de pleegouders gescreend waren en dus als 'betrouwbaar' werden beschouwd.

Enver vertrouwde de pleegouders en nam aan dat wat zij zeiden de waarheid was. Meerdere keren benadrukte Enver, zowel in gesprekken met partners als in andere situaties, dat zij volledig achter de pleegouders stonden. De inspecties geven aan dat hoewel de meeste pleeggezinnen goede bedoelingen hebben, het helaas ook voorkomt dat kinderen in pleeggezinnen niet veilig zijn. De inspecties vinden het onbegrijpelijk dat Enver en de WSS geen rekening hebben gehouden met deze mogelijkheid en dat ze de mogelijkheid dat het meisje de waarheid sprak, niet grondig en objectief hebben onderzocht.

‘Onvoldoende vertrouwen is in de verbeterkracht van Enver’

Geen zicht op haar situatie

De inspecties hebben vastgesteld dat er vanaf eind december 2023 nauwelijks zicht was op de veiligheid en ontwikkeling van het meisje. Zij ging niet meer naar school, had geen contact meer met professionals of familie, en werd in maart 2024 slechts één keer kort gezien door haar jeugdzorgwerker van de WSS en pleegzorgbegeleider van Enver tijdens een huisbezoek.

Tot de opname in het ziekenhuis in mei 2024 hadden zowel de WSS als Enver geen enkel zicht op haar situatie. Dit wijst op ernstige tekortkomingen in hun zorg en toezicht. De inspecties concluderen dat er onvoldoende vertrouwen is in de verbeterkracht van Enver, die er volgens hen niet in geslaagd is om het meisje de noodzakelijke hulp te bieden die voldoet aan professionele standaarden en kwaliteitseisen.

Raad voor Kinderbescherming besluit zonder overleg

Naast de tekortkomingen in de zorg van Enver en de WSS, werd ook de werkwijze van de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) onder de loep genomen. Bij de herscreening van het pleeggezin in juni 2023 werd geen gebruik gemaakt van het vier-ogenprincipe, wat betekent dat er geen intern overleg was over het besluit.

De raadsmedewerker heeft enkel informatie ingewonnen bij Enver, de aanvrager van de herscreening, en besloot zonder aanvullend onderzoek dat er geen zorgen waren. Dit resulteerde in het afgeven van een verklaring van geen bezwaar (VGB), maar volgens de inspecties is deze beslissing onvoldoende onderbouwd en niet volgens de werkwijze van de RvdK.

Instanties schieten ernstig te kort

De inspecties trekken de volgende conclusies: Enver en de WSS ondernamen onvoldoende actie na signalen van mishandeling, wat ernstige schade heeft veroorzaakte voor het meisje. Vanaf eind december 2023 werd het meisje uitgesloten van onderwijs en contact met professionals, zonder dat de betrokken instanties hierop reageerden. Daarnaast schoot de samenwerking tussen de WSS, Enver en de pleegouders ernstig tekort, waardoor belangrijke informatie over de zorg voor het meisje niet werd gedeeld. Hierdoor kon haar mishandeling voortduren en verergeren.