Voetbaldroom spat uiteen door roekeloos rijgedrag van Schiedamse man

De 34-jarige Bulgaar Ivelin S. wandelt op 15 mei 2022 samen met zijn vriendin en haar zoon op het strand. Na enige tijd besluiten ze naar Rotterdam te gaan. Volgens de verklaringen van de verdachte lopen ze naar de auto, een rode Suzuki, die in de parkeergarage geparkeerd staat. Het is druk, zowel op het strand als in de garage.

Eenmaal buiten de garage stuiten ze op een verkeersregelaar die het verkeer in goede banen leidt. De verdachte ziet dat het stoplicht op groen staat en merkt dat de verkeersregelaar, die op een armlengte afstand staat, hem wenkt om door te rijden. Een verkeersregelaar bevestigt later dat hij groen licht zag en de verdachte liet doorrijden.

Ivelin S., die op dat moment op het kruispunt van de Harstenhoekweg, de Zwolsestraat en de Groningsestraat staat, drukt naar eigen zeggen rustig het gaspedaal in en begint te rijden. Maar plotseling verschijnt er van links een motor, die met volle vaart tegen de neus van zijn rode auto botst. Zijn vriendin en kind weten ongedeerd uit de auto te komen. Hijzelf raakt bewusteloos en moet door de brandweer worden bevrijd door zijn gordel door te knippen.

Spookrijder 

De verklaringen van de slachtoffers en drie getuigen staan haaks op die van de verdachte. Drie getuigen zien een rode auto met hoge snelheid uit de Groningsestraat komen en afslaan naar de Zwolsestraat. Een van de slachtoffers verklaart dat de verdachte in tegengestelde richting vanaf de busbaan de weg oprijdt en hen met volle snelheid vanaf de zijkant aanrijdt.

Daarnaast verklaren zowel de getuigen als de slachtoffers dat hun stoplicht op groen staat. Forensisch onderzoek bevestigt dit. Het verkeerslicht voor de verdachte staat al 4,8 seconden op rood, terwijl dat van de slachtoffers 3,8 seconden op groen staat. Uit politieonderzoek blijkt dat de stoplichten vergrendeld zijn, waardoor het onmogelijk is dat ze allebei groen licht hebben.

Toch wordt het gezag van een verkeersregelaar in principe boven een stoplicht gesteld. Maar volgens de officier van justitie is dat niet het kernpunt van deze zaak. De vraag is of de verdachte als bestuurder wel voldoende heeft opgelet in het verkeer.

Geen geldig rijbewijs

Daarnaast beschikt Ivelin S. niet over een geldig rijbewijs. Hij beweert dat hij zijn Bulgaarse rijbewijs had moeten opsturen naar de autoriteiten om in Nederland te mogen rijden. Tijdens de zitting ontstaat verwarring over de status van zijn rijbewijs. Uiteindelijk concluderen zowel de verdachte als de rechtbank dat hij inderdaad niet in het bezit was van een geldig rijbewijs, omdat de Bulgaarse autoriteiten het van hem hadden afgepakt.

“Meneer dacht dat ik dood was”

Het ongeval heeft zware gevolgen voor de slachtoffers. Een van de slachtoffers loopt een breuk op in zijn rechter sleutelbeen. Daarnaast heeft hij derdegraads brandwonden op zijn billen en stuit. Hij is maandenlang arbeidsongeschikt. Het tweede slachtoffer geeft aan dat de kruisband van zijn rechterknie volledig is afgescheurd. Het totale herstel duurt 12 maanden, waardoor hij niet naar school kan en werken eveneens onmogelijk is.

Laatstgenoemde is een man van 22 die opstaat om zijn slachtofferverklaring op te lezen. “Ik ben dankbaar dat we hier na 992 dagen eindelijk zitten.” Hij vertelt hoe het ongeval zijn leven compleet heeft verwoest. “Van vier keer per week voetballen en studeren naar helemaal niks. De artsen vertelden me dat ik nooit meer zou voetballen. Ik stond op het punt om bij AFC te gaan spelen, met een contract. Alles wat vroeger wel lukte, lukt nu niet meer.” Het slachtoffer probeert de verdachte aan te kijken, die druk met zijn tolk in gesprek is en weigert achterom te kijken. “Meneer dacht dat ik was overleden, maar was stomverbaasd dat hij een levende jongen zag. Ik hoop dat hij ooit inziet wat hij heeft aangericht.”

Advocaat vraagt vrijspraak

Ivelin S. reageert door te zeggen dat het hem heel erg spijt en dat het nooit zijn bedoeling was om dit te veroorzaken. Toch besluit hij snel weer over te gaan op wat de gebeurtenis voor hem heeft betekend en benadrukt dat zijn stiefzoontje zwaar geschrokken is en niet meer in een auto durft te stappen.

De advocaat van de verdachte pleit voor vrijspraak. “Mijn cliënt kon onmogelijk met volle snelheid hebben gereden. Een auto is zwaar en komt niet zomaar op hoge snelheid. Bovendien reed hij op aanwijzing van de verkeersregelaar en zag hij groen licht.” Volgens de advocaat heeft de verdachte geen verkeersfouten gemaakt. Daarom vraagt zij om vrijspraak of, in het geval van een veroordeling, een volledig voorwaardelijke straf.

De officier van justitie ziet het anders. Hij stelt dat de verklaring van de verdachte niet strookt met de feiten. “Hij zegt dat hij uit de garage komt, maar dat is in strijd met alle getuigenverklaringen. Hij zegt dat hij een minuut heeft gewacht bij het verkeerslicht, maar dat klopt niet met het politieonderzoek.” Volgens de officier is de schuld van de verdachte overduidelijk. “Scheveningen is op een zonnige dag druk, maar dat ontslaat je niet van onverantwoordelijk rijgedrag.”

Daarnaast wijst hij erop dat de verdachte zonder rijbewijs achter het stuur is gestapt. Hoewel hij geen strafblad heeft en bezig is zijn rijbewijs te halen, neemt dat zijn verantwoordelijkheid niet weg. De officier eist een taakstraf van 180 uur met een rijontzegging van 6 maanden.

De rechtbank in Den Haag doet op 14 februari uitspraak in de zaak.