advertentie
  • politiek
  • Schiedam

Rijk moet meebetalen aan opsporing van bommen in Schiedamse bodem

De gemeente Schiedam wil bijna 340.000 euro terugvragen van het Rijk voor de kosten van het opsporen van bommen in de bodem. In 2024 gaf de gemeente bijna 500.000 euro uit aan het onderzoeken en soms ruimen van onontplofte explosieven uit de Tweede Wereldoorlog. Onderzoek naar bommen vindt plaats voordat er in bepaalde gebieden gebouwd of gegraven kan worden.

Rijk moet meebetalen aan opsporing van bommen in Schiedamse bodem
Foto: Ministerie van Defensie
Tjerk van der Ende

door Tjerk van der Ende

zondag 02 maart 2025 12:35

Delen van Schiedam, waaronder de Spaanse Polder en de havens, worden nog steeds als verdacht gebied beschouwd. Bij bouw- en ontwikkelingsprojecten moet vooraf worden onderzocht of er explosieven in de grond zitten. Dit is niet alleen een veiligheidsmaatregel, maar ook een wettelijke verplichting op basis van de Arbowet. Omdat gemeenten zelf niet verantwoordelijk zijn voor de aanwezigheid van deze oorlogsresten, heeft de Rijksoverheid sinds 2015 een speciale regeling ingesteld waarmee een groot deel van de kosten kan worden vergoed.

Van de bijna 500.000 euro wil de gemeente een kleine 340.000 euro terugvragen bij de Rijksoverheid via de zogenoemde ‘bommenregeling’. Deze regeling stelt gemeenten in staat om 68 procent van de kosten voor het opsporen en ruimen van explosieven terug te krijgen van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De bijdrage kan jaarlijks worden aangevraagd en wordt verstrekt via het gemeentefonds. De gemeenteraad bespreekt het voorstel dinsdagavond en neemt volgende week een definitief besluit.

Het opsporen van bommen komt de afgelopen jaren regelmatig om de hoek kijken bij nieuwbouwprojecten, zoals de herstructurering van de Spaanse Polder en de ontwikkeling van Schieveste. Door de vergoeding bij het Rijk terug te vragen, voorkomt de gemeente dat de kosten hiervoor volledig uit de eigen begroting moeten worden betaald.