advertentie
Vlaardinger heeft 50 kilo xtc in huis liggen, maar ‘wist het niet’
Meer dan 100.000 xtc-pillen treft de politie in het drugshol van de Vlaardingse Thomas* aan. Tijdens het uitgaan zegt de 30-jarige Vlaardinger benaderd te zijn om drugs te ‘stashen’ (op te slaan) in zijn woning. Op 16 juli staat de Vlaardinger voor de rechter op verdenking van het willens en wetens in bezit hebben van 50 kilo drugs.


door Markus Burger
donderdag 17 juli 2025 17:09
De politie treft in zijn woning op het Emmaplein achttien zakken van twee en een halve kilo pillen in twee tonnen aan, weggemoffeld in een rommelhok. Maar ook in zijn slaapkamer vinden ze twee zakken van nogmaals twee en een halve kilo. Het zijn xtc-pillen; gele, roze en bruine. Allemaal bedrukt met de naam ‘squid game’, naar de Koreaanse tv-serie. In een lade worden nog wat losse pillen getroffen, maar ‘die waren voor eigen gebruik’, erkent de verdachte.
‘Stashen’ is een groot fenomeen in de drugscriminaliteit. Het is een snelle manier van geld verdienen, maar het is niet zonder risico’s voor wie zich ermee inlaat. De inbeslaggenomen drugs zijn veel geld waard. En drugscriminelen komen nog weleens aankloppen bij wie hen geld heeft gekost. Dat stelt het Openbaar Ministerie.
Thomas* betuigt spijt van zijn keuzes. “Het was een slechte periode van mijn leven. Ik was veel aan het stappen”, zegt hij. “Bij het uitgaan vroeg iemand me dit te doen, ik kon het geld goed gebruiken.” De Vlaardingse schilder is ‘doodsbang’ en wilt uit angst voor wraakacties niet zeggen wie hem benaderde en de drugs in zijn huis plaatste. Hij stelt zijn huissleutel aan meerdere mensen te hebben gegeven. Wat, hoe en wanneer er iets in zijn huis is gelegd zegt hij niet te weten “Er waren ook mensen over de vloer als ik er niet was, ik sliep vaak bij mijn ouders.”
De verdachte heeft problemen met drank- en drugsgebruik. Het is niet de eerste keer dat hij in aanraking komt met justitie: in 2022 doekt de politie een hennepkwekerij op in zijn woning. Hij verkeerde naar eigen zeggen in een ‘verkeerd milieu’, omgeven door ‘slechte types’. Dat het niet de eerste keer is betreurt hij: “Ja, toen was ik ook de fout in gegaan.” Waarom hij dan nu weer zoiets deed? “Ik had het geld nodig.” De afspraak was dat hij 500 euro zou krijgen voor het stashen. Achteraf vindt Thomas het ook een laag bedrag wat hij overigens nooit heeft ontvangen.
‘Drugshol’
De officier van justitie is niet gecharmeerd van het verhaal over de ‘slechte periode’. “Veel feesten en drugsgebruiken is niet een reden om zo'n hoeveelheid in huis te hebben”, zegt hij afkeurend. “De woning van de verdachte kan worden omschreven als een drugshol. Met overal lege lachgascilinders, kamers vol met zakken pillen: genoeg om een handelshoeveelheid te noemen.”
De twee blauwe tonnen opgeslagen in een rommelkamer en de vloer bedekt met afval, vormen een centrale kwestie in de zaak. Met “Ik kwam nooit in die kamer”, ontkent Thomas enige kennis van de tonnen. De officier is niet overtuigd: “die tonnen stonden direct in het zicht.” De advocaat haalt oude zaken aan waarin wordt gesteld dat het zien van tassen niet genoeg was om te weten wat erin zat, dat zou dan ook gelden voor de tonnen. Omdat Thomas niet zegt wie de drugs heeft neergezet kan de rechter niet rekenen op verificatie van zijn verhaal.
AI-gegenereerde foto van een zak met xtc-pillen | Foto: ChatGPT
‘Wat wist u dan wel?’
De verdachte en de officier van justitie botsen ook als het aankomt op de verklaringen die de verdachte eerder heeft afgelegd. Tijdens de zitting lijkt de verdachte weer op dingen terug te komen. Officier: “De pillen in de slaapkamer, daar wist u van af?” Thomas: “Ja, maar niet precies hoeveel.” De officier zet door: “Een schaaltje met roze pillen naast een zak met gele pillen. Ook was er een aangebroken zak met bruine pillen.” “Dat weet ik niet precies”, zegt Thomas. “Er liggen drie verschillende type pillen, waar wist u van af? Lag het in die lade?” Thomas ontkent nu nog meer: “Dat wist ik niet.” Het gesprek begint in vaart toe te nemen, met meer en meer tegenstellingen. “Wat wist u dan wel?”
Thomas eindigt door te zeggen dat hij de pillen in zijn slaapkamer ook nooit heeft gezien, eerder zei hij van wel, en ook zijn advocaat beaamt dat hij ervan wist. De officier is nu nog meer verbolgen, want eerder stelde de verdachte dat die niet had gehoord waar, wanneer en wat er in zijn huis zou zijn gelegd. Hij vraagt zich hardop af: was het alleen stashen, of dealde Thomas ook? Hij eist 36 maanden gevangenisstraf, waarvan zes voorwaardelijk.
Sporten, schilderen en terug naar zijn ouders
Uit noodzaak en om zijn leven te beteren is de beroepsschilder teruggekeerd naar zijn ouderlijk huis. Zijn eigen woning is bij de drugsvondst op bevel van de burgemeester gesloten. “Mijn leven heeft nu meer structuur.” De verdachte zegt “minder te feesten en meer te relaxen”, hij is zelfs begonnen met sporten. Uit de gevangenis blijven lijkt hem ook belangrijk voor het familiebedrijf. Ondanks alle verbeteringen kan hij de periode niet snel genoeg vergeten. “Mijn ouders zijn er ook niet blij mee dat ik weer terug bij hen ben, ik ben 30.”
De rechter doet op 30 juli uitspraak.
* namen zijn gefingeerd wegens privacyoverwegingen