advertentie
  • Vlaardingen
  • maatschappij
  • 112

Vlaardingse Louisa (74) laat haar zoon niet vallen, ook al beet hij een stuk van haar neus eraf

Louisa N. kwam eind vorig jaar in een horrorfilm terecht. Haar psychotische zoon Dennis viel haar aan beet een stuk van haar neus af. In gesprek met Rijnmond vertelt ze hoe het nu met haar gaat. "Ik wil eerst lichamelijk herstellen. Dat geestelijke komt later wel."

Vlaardingse Louisa (74) laat haar zoon niet vallen, ook al beet hij een stuk van haar neus eraf
De politie doet op 28 december 2024 onderzoek na de brute aanval | Foto: Flashphoto
redactie

door redactie

zondag 31 augustus 2025 10:33

Bij een flat in Vlaardingen staat een ambulance klaar om een gewonde vrouw naar het ziekenhuis te brengen. Ze is 74 jaar en zwaar mishandeld. Maar haar geest is – ondanks of misschien wel dankzij het geweld - kraakhelder. “In de hal ligt een stukje neus”, klinkt het vanaf de brancard. “Kan iemand dat nog even ophalen?”

Een politieman gaat het appartement weer in en komt terug met een plastic zakje, waarin iets vlezigs ligt. Het is inderdaad een deel van een neus.

foto1gretrtgreter

De straat werd afgezet voor het politieonderzoek | Foto: Flashphoto

'Je hele neus gaat eraan'

“Eén hap en het was gebeurd”, vertelt Louisa over de nacht van 27 op 28 december 2024. "Ik bloedde heel erg. Maar ik voelde gek genoeg helemaal niks." De Vlaardingse wil liever niet met haar roepnaam in de publiciteit. “Gebruik mijn tweede naam maar", zegt ze.
We zitten op de bank in haar smetteloze en met zorg ingerichte appartement in de wijk Holy-Noord. Het is de plek waar haar zoon Dennis (53) aankondigde dat hij haar ging ‘afmaken’ en dat dat ‘heel lang’ zou gaan duren. “Hij zei dat mijn hele neus er nog af zou gaan. En mijn oren en mijn ogen.”

Sussen en onderhandelen

Rond 20:30 uur had hij aangebeld. Het was december, net na Kerstmis, maar Dennis stond daar op z'n saunaslippers, in een T-shirt en een onderbroek. Hij had het koud en dus had ze de verwarming voor hem opgeschroefd naar 25 graden en hem een trainingsbroek van haarzelf gegeven. "Die zat een krap", weet ze nog. Want haar zoon is een ex-marinier. Een boomlange beer van een vent.

Het niet pluis-gevoel werd die avond steeds sterker. Tot dan toe had Dennis in zijn psychoses vooral zichzelf iets aangedaan. Maar nu vertrouwde Louisa het niet. Zo nonchalant als ze kon, ging ze naar de keuken, haalde al haar messen uit de bestekla en verstopte die op een plek waar Dennis ze niet zou vermoeden.

Haar zoon werd steeds bozer. Want ze had gezegd dat hij niet bij haar kon blijven slapen. Na veel mee bewegen, sussen en onderhandelen besefte ze: hij is helemaal doorgedraaid en ik moet vluchten. "Ik liep naar de voordeur. Stond al met de deurknop in mijn hand. En toen hapte hij. Daarna heeft hij me zo hard geslagen dat ik allerlei botbreuken in mijn gezicht had. Ik ben zelfs even buiten westen geweest."

foto9c vcvcvfcv

Agenten op zoek naar bewijs | Foto: Flashphoto

Navelstreng

Louisa overleefde het geweld, omdat haar buren op tijd alarm sloegen bij de politie. Ze hadden Dennis horen schreeuwen. De aanval, zegt ze, vormde de lugubere climax van een jaar waarin het contact met haar zoon slecht was. Hij verwaarloosde zichzelf. Wilde niet meer bij haar langskomen, zelfs niet met Kerstmis of op haar verjaardag. "Ik bracht hem nog wel drie keer per week wat te eten. Dat nam hij dan van me aan, vanaf zijn balkon."

Tot die tijd, zegt ze, was Louisa altijd close geweest met haar enige kind. "Vriendinnen hebben wel eens aan me gevraagd wanneer ik de navelstreng nou eens zou doorknippen. Begrijp je wat ik bedoel?"

Sterke vrouw

Louisa is een lange, slanke vrouw. Ze ziet er tiptop verzorgd uit en zit niet om een woordje verlegen. Haar man is dertien jaar geleden overleden, vertelt ze. Hij belandde, toen Dennis nog heel klein was, in een rolstoel, als gevolg van een mislukte hernia-operatie. Dennis is hun enige kind. Louisa kreeg hem toen ze 21 was.

“Als jonge vrouw had ik dus een baby en een man die steeds meer invalide werd. Eigenlijk moest ik vanaf het begin aan twee fronten vechten. Mensen, ook hulpverleners, noemen me vaak een sterke vrouw. En dat is, denk ik, ook zo. Mijn mentaliteit is er een van: het is gebeurd en hup, we gaan weer dóór.”

Grote pupillen

Natuurlijk, zegt ze, zijn er momenten van reflectie. Momenten waarop ze zichzelf afvraagt of ze bij Dennis als jongvolwassene geen signalen heeft gemist. Haar man zei soms dat hij wel erg grote pupillen had als ze aan tafel zaten te eten. En zij? Zij zag het niet. Of wuifde het weg.

En ja, misschien heeft ze haar oogappel, toen niet meer te ontkennen viel dat hij zwaar aan de drugs was, wel te veel de hand boven het hoofd gehouden. Want Dennis? Die liet ze nooit vallen, wat voor ellende ze ook met hem meemaakte.
Zoals in 2017, toen ze midden in de nacht een telefoontje kreeg. "Uw zoon heeft zijn hand eraf gesneden met een broodmes", was de lugubere boodschap. In het ziekenhuis moest ze voor Dennis beslissen: amputatie of niet? "Zet die hand er maar weer op", zei ze tegen de artsen.

Clean

Louisa's telefoon gaat over. “Dat zal Dennis zijn. Hij belt me elke dag.”
“Hoi”, zegt ze opgewekt, intussen gebarend dat het inderdaad haar zoon is die contact zoekt. “Ja, ik heb nu dus dat interview met Rijnmond. We zijn bij het moment dat jij je hand eraf had gesneden. Hoe is het verder? Oh, dat is heel fijn om te horen. Oké, doei!”
“Het gaat goed”, zegt Louisa na het bliksemgesprekje. “Ik hoor altijd direct hoe het met ‘m gaat. Dat heb je hè, als moeder.”

Ze vertelt dat Dennis tot het einde van het jaar in de gevangenis moet blijven en dat hij daarna begint aan zijn tbs-behandeling. "Hij is clean en heeft sinds zijn arrestatie geen psychoses meer gehad. Ik ga elke zaterdag een uurtje bij hem op bezoek. Vaker en langer mag niet."

Afgepoeierd

Hoe het met Louisa zelf is? Heeft ze bijvoorbeeld slachtofferhulp gehad? “Nee, dat heb ik toe nu toe steeds afgepoeierd. Ik wilde eerst lichamelijk herstellen. Dat geestelijke komt later wel. Er is weleens contact zocht, hoor. De eerste vraag van die hulpverlener was of ik weleens aan zelfmoord had gedacht. ‘Nee’, antwoordde ik, ‘dat is nog nooit bij me opgekomen’. Dat was zo ongeveer het einde van het gesprek.”

Van de fysieke schade is op spreekafstand eigenlijk niets meer te zien. “Van dichtbij wel, hoor”, zegt Louisa. “De rest van mijn leven zal ik eraan herinnerd worden als ik in de spiegel kijk. Maar de plastisch chirurg heeft heel knap werk geleverd. Ik ben een paar keer geopereerd en ik moet eigenlijk nog een keer onder het mes. Maar ik weet niet of ik dat nog wel wil.”

fotogbgn3

Foto: Flashphoto

‘Is dit voor je rest van je leven?’

De eerste allereerste keer dat ze Dennis na de aanval weer zag, herinnert ze zich als de dag van gisteren. “Ik was toen nog niet zo lang uit het ziekenhuis en de schade aan mijn gezicht was nog heel goed te zien. Ik wist niet of Dennis dat wel aan zou kunnen. Dus ik had van te voren een foto naar zijn psychiater gestuurd. Die zei dat het oké was dat ik kwam.”

Moeder en zoon ontmoetten elkaar niet in de algemene bezoekruimte, maar in een afgeschermd kamertje in de gevangenis van Vught. “Dennis kwam binnen met zijn hoofd naar beneden. ‘Hallo’, mompelde hij. Toen hij me aankeek, begon hij onbedaarlijk te huilen."
"Ik ben naar hem toegelopen en heb hem stevig vastgepakt. ‘Is dit voor de rest van je leven?’, vroeg hij. ‘Nee’, zei ik, ‘het wordt wel weer beter.’ Daarna vertelde hij hoe blij hij was met mijn bezoek. Hij had eigenlijk verwacht dat ik hem nooit meer wilde zien. ‘Als dat zo was, had ik er een einde aan gemaakt’, zei hij. En ik weet zeker: dat had hij ook gedaan.”

Voor het eerst schiet Louisa vol. “Mijn zoon”, zegt ze, “is geen crimineel. Hij is ziek en heeft goede hulp nodig. Want dat heeft hij nooit gekregen. Ik hoop dat het allemaal weer in orde komt. Want als het met Dennis goed gaat, dan gaat het met mij uitstekend.”

Dit is een artikel van onze mediapartner Rijnmond.