Schaar van onderduikers na veertig jaar eindelijk in Streekmuseum Jan Anderson

"Ik ben niet ongelukkig als ik het niet heb, maar wél gelukkig als ik het wel heb", vertelt Jan Anderson over het feit dat de schaar eindelijk in zijn Streekmuseum ligt. Het museumstuk is een tastbare herinnering aan het werk van Gerrit Don, die tijdens de Tweede Wereldoorlog leiding gaf aan de opvang van Joodse onderduikers in Vlaardingen.

De schaar waar de Joodse onderduikers mee werden geknipt | Foto: Twee

Don woonde aan de Hofsingel en hielp niet alleen met boodschappen doen voor mensen die moesten onderduiken. Twee Joodse jongens woonden ook bij hem in huis. Zijn vrouw, Wilhelmina Johanna Don Uitenbroek, knipte maandelijks het haar van acht onderduikers. “De Joodse mensen wilden niet op zaterdag geknipt worden vanwege het werk. Dat mocht alleen op zondag”, aldus Anderson.

Ruim veertig jaar geleden beloofde Gerrit Don dat de schaar ooit naar het Streekmuseum zou gaan. Toen hij overleed, kwam het voorwerp terecht bij zijn zoon John en hij besloot om het in de familie te houden. "Het moest met honderd procent geluk naar het museum komen”, vertelt Anderson. Dat geluk kwam deze maand, toen de kleindochter van Gerrit Don de schaar vond tijdens het opruimen. Ze herinnerde zich de oude belofte en gaf het voorwerp aan het museum.

Naast de schaar schonk ze ook een eigen gemaakt afbeelding van het schip Oranje dat tijdens de oorlog in de huiskamer aan de Hofsingel heeft gehangen en een print van het borduurwerk dat is gemaakt in 1944-1945.

Het borduurwerk over 1944 - 1945 | Foto: Twee

De voorwerpen zijn te zien in het Streekmuseum aan de Kethelweg in Vlaardingen.

De zelfgemaakte afbeelding van het schip de Oranje | Foto: Twee