advertentie
  • Vlaardingen
  • natuur
  • wonen
  • politiek

Unileverterrein ernstig vervuild: bewoners uiten zorgen, gemeente doet geen extra metingen

Op het zwaar vervuilde voormalige Unileverterrein in Vlaardingen verrijzen woningen, terwijl in Nieuwe Sluis stofwolken over speelplaatsen trekken en bewoners gezondheidsklachten melden. Toezichthouder DCMR leunt op een saneringsrapport uit 2023 en meldt dat na afronding een evaluatie volgt. Bewoners vragen zich af hoe veilig de werkzaamheden zijn, terwijl de gemeente aangeeft dat er geen metingen bekend zijn van stoffen als lood en asbest. De aannemerscombinatie zegt verspreiding te voorkomen.

De wijk naast District U
De wijk naast District U | Foto: Twee
Rembrandt van der Heijden

door Rembrandt van der Heijden

zaterdag 20 december 2025 08:55

Uit het saneringsrapport blijkt dat de historische verontreiniging op het voormalige Unileverterrein omvangrijk is: in de bovenste 0 tot 3 meter zijn verhoogde concentraties zware metalen aangetroffen – vooral zink en chroom, maar ook koper, cadmium, lood en nikkel – verspreid over een gebied van circa 35.000 vierkante meter. De totale vervuilde bodemmassa wordt geschat tussen de 17.000 en meer dan 100.000 kubieke meter.

Lood, cadmium, chroom-6 en nikkel zijn metalen waarbij blootstelling vooral plaatsvindt via verontreinigde grond, huisstof, lucht of huidcontact. Lood en cadmium kunnen zich ophopen in het lichaam en kunnen bij langdurige blootstelling gezondheidsschade veroorzaken, waarbij kinderen extra gevoelig zijn voor lood. Cadmium tast bij te hoge waarde met name de nieren en botten aan en kan bij inademing mogelijk het risico op longkanker verhogen. Chroom-6 kan via inademing, huidcontact of inslikken het lichaam binnendringen en is kankerverwekkend. Nikkel veroorzaakt vooral bij huidcontact klachten zoals eczeem.

 

 

 

Afbeelding1.png

Historisch verontreinigde grond | Bron: VanderHelm

Vuilstort en baggerspecie

Uit het historisch bodemonderzoek blijkt dat de meeste verontreiniging die is aangetroffen vooral bestaat uit verhoogde waarden van zware metalen en olie. Deze verontreiniging hangt vooral samen met de ophooglagen die tussen 1961 en 1971 zijn aangebracht. Die lagen bestaan uit baggerspecie en puin houdend materiaal, waarin van nature restanten voorkomen zoals puin, kolengruis, slakken en sintels. Dat verklaart de hogere metaalwaarden.

Op enkele plaatsen is daarnaast vervuiling gevonden die wel te herleiden is tot de voormalige activiteiten van Unilever. Het gaat om het Unilever Research Laboratorium en de bijbehorende laboratoria, werkplaatsen en opslaglocaties. Daar werd gewerkt met metalen, oplosmiddelen, oliën en grondstoffen voor detergenten (schoonmaakmiddelen, red.). In deze zones zijn plaatselijke verontreinigingen aangetroffen, onder meer met oliën, oplosmiddelen en bestanddelen van wasmiddelen. Deze vervuilingen zijn echter lokaal en vormen niet de belangrijkste oorzaak van de bredere metaalverontreiniging in de ondergrond.

Puin, kolengruis, slakken en sintels zijn restmaterialen die ontstaan bij sloop- en verbrandingsprocessen. Puin bestaat bijvoorbeeld uit brokstukken steen en bouwmateriaal. Kolengruis, slakken en sintels zijn restproducten die vrijkomen bij het verbranden of verwerken van kolen en metaal. In dit soort materialen zitten van nature metalen en verbrandingsresten. Daardoor bevatten de ophooglagen waarin ze zijn verwerkt meer metalen, wat de hogere metaalwaarden in de bodem verklaart.

 edit.00_02_10_08.Still004.jpg

Aannemerscombinatie wil bewoners tegemoet komen, ondanks dat zij geen juridische grond zien | Bron: Bewoner van Nieuwe Sluis

Bewoners vrezen gezondheid

Zo’n zestig omwonenden maken zich zorgen over de verspreiding van schadelijke stoffen in lucht en bodem. Volgens een aantal bewoners trekken er geregeld stofwolken door de straten van de wijk Nieuwe Sluis. Zij hebben een video gedeeld van werknemers die zonder beschermkleren een grote buis uit een van de panden trappen, ook spreken ze van mannen die in witte pakken het terrein afgraven. Op 25 september uitten ze middels een brief en op 3 november tijdens een open overleg hun zorgen over de overlast van de bouw- en sloopwerkzaamheden. 

Projectontwikkelaar Bastiaan Kester van vastgoedontwikkelaar Leyten die sinds 2020 bij de bouw betrokken is, laat weten dat er geen mannen in witte pakken betrokken zijn bij de afgravingen. “Wel zijn ze betrokken bij het saneren van asbest in een binnen situatie, waarbij voorgeschreven richtlijnen zijn gevolgd”, aldus Kester. In een brief die de bewoners ontvangen van Bastiaan Kester van Leyten, staat dat alle werkzaamheden zijn uitgevoerd binnen de geldende wet- en regelgeving en de daardoor verleende vergunningen. Voor de overlast zien zij echter geen juridische grond. Desalniettemin biedt de ontwikkelaar bewoners waardebonnen aan als tegemoetkoming. 

Afbeelding2.jpgAfbeelding3.jpgAfbeelding5.jpg

Speeltoestellen en ramen bedekt met stof | Foto: Bewoners van Nieuwe Sluis, Vlaardingen

 

Kindertoestellen vol stof

Bewoners melden dat sinds oktober 2025 fijnstof neerdaalt op kindertoestellen, auto’s en tuinen, en soms zelfs binnenshuis zichtbaar is. Dagelijks zien zij vrachtwagens met puin af- en aanrijden, gevolgd door nieuwe graafwerkzaamheden op het terrein. Volgens Kester zijn deze werkzaamheden inherent aan de bouwverenigingen van de bouwlocatie. “Daarbij wordt geprobeerd de omgeving zoveel mogelijk te ontzien door bouwlogistiek niet direct te ontsluiten over bijvoorbeeld de Olivier van Noortlaan of de Deltaweg ter hoogte van de wijk Nieuw Sluis”, aldus Kester.

Sommige bewoners tonen foto’s en video’s van scheuren in muren. Volgens van Kester worden meldingen van bewoners adequaat opgepakt. Zij stellen dat ze de omgeving vragen om bij de minste verdenking een schade te melden, zodat deze onafhankelijk beoordeeld kan worden.

ff.00_00_03_13.Still001.jpg

Scheuren die bewoners melden als gevolg van de werkzaamheden | Foto: Twee

Daarnaast geven ze aan dat er voorafgaand aan de werkzaamheden in opdracht van ALV bij ongeveer 85 adressen in de directe omgeving, waaronder de wijk Nieuw Sluis, een bouwkundige opname is uitgevoerd. “Daarmee is een nulmeting vastgelegd, die dient als uitgangspunt om eventuele schade later te kunnen beoordelen”, laat Kester weten. Een bewoner meldt aan Twee dat de aannemer bewoners een bon heeft aangeboden, al is onduidelijk waarvoor deze staat. 

 edit.00_01_22_08.Still003.jpg

Werknemers trappen pijp uit bebouwing | Foto: Bewoner van Nieuwe Sluis

Huis trilt door werkzaamheden

Uit een rapportage die in handen is van Twee blijkt dat 36 bewoners van de Seriusflat veel stofoverlast ervaren. Ook in de Sluizenbuurt geven bewoners aan dat zij al maanden hinder hebben van betonstof. Daarnaast melden nog een aantal bewoners van een onbekend appartementencomplex aan het Olivier van Noortlaan en zes bewoners in de omgeving van de Kethelsluis en de rivierzone dat zij last hebben van stof.

Op een video die in het bezit is van Twee, is hard geluid te horen van de werkzaamheden; op een andere trilt een tafel zichtbaar. Uit dezelfde rapportage spreken bewoners uit de buurt over stress- en angstklachten, gevoed door onzekerheid over de gezondheidsrisico’s. De woordvoerder schrijft dat nu de volgende fase van de bouw gaat starten en dat er opnieuw bouwkundige opnames uitgevoerd zullen worden. “Een voorbeeld waarbij wij als ontwikkelaar onze verantwoordelijkheid pakken naar de omgeving”, zegt Kester.

Afbeelding7.jpgAfbeelding8.jpgAfbeelding9.jpg

Stof binnenshuis te vinden en op de auto | Foto: Bewoners van Nieuwe Sluis

Zorgen over gezondheid

Een woordvoerder van de Milieudienst Rijnmond (DCMR), de regionale toezichthouder op milieu en bodemsanering, verwijst bewoners met gezondheidsklachten door naar de GGD Rotterdam-Rijnmond. De GGD waarschuwt op haar website dat stofwolken bij sloop- en bouwwerkzaamheden irritatie van ogen, neus en luchtwegen kunnen veroorzaken, vooral bij mensen met astma of bronchitis.

Daarbij melden bewoners ook geluidsoverlast. In de Wet geluidhinder wordt onderscheid gemaakt tussen een bedrijventerrein en een gezoneerd industrieterrein. Een gezoneerd industrieterrein is een officieel aangewezen gebied waar lawaai-intensieve bedrijven zich mogen vestigen. Voor zulke terreinen geldt een vaste regel: aan de buitenrand van de geluidszone mag de gezamenlijke geluidbelasting van alle bedrijven samen niet boven de 50 dB(A) uitkomen.

 7c1cbbf9c3722c637e0b0e056c270bb1_Generic.jpg

Jaren 70; collectie Stadsarchief Vlaardingen voormalig Unilever Research Laboratorium / Fotograaf onbekend

 

Geluid buiten gestelde norm

In een rapportage van 16 april 2025 laat een van de bewoners echter weten een waarde van 95 decibel (dB) te hebben gemeten. De aannemerscombinatie laat op 20 november weten dat men bij het sloopwerk probeert de geluids- en stofoverlast zoveel mogelijk te beperken, met als oplossing ‘zoveel mogelijk water gebruikt als mogelijk was’. Op 27 november meet Twee met een decibelmeter ter plaatse gemiddeld 75 dB; op afstand, net buiten de wijk Nieuw Sluis, ligt dat rond 68 dB. De hoogste gemeten piek bedraagt 80,7 dB.

Volgens een woordvoerder van de GGD Rijnmond kan langdurige blootstelling aan hoge geluidsniveaus leiden tot slaapproblemen, stress en een verhoogd risico op hart- en vaatziekten. Vastgoedontwikkelaar Bart van de Worp benadrukt dat geluidsniveaus worden berekend volgens landelijke, wettelijk vastgelegde rekenregels. Hij voegt toe dat er voor zover bekend geen afwijkingen van wetten en regels geconstateerd zijn. “Tegen die achtergrond wordt er doorgewerkt.”

Verontreinigde_grond.png

Oude en nieuwe vervuilde grond | Bron: VanderHelm

Vervuilde grond

Uit in totaal dertien bodemonderzoeken blijkt dat vooral het zuidelijke en noordoostelijke deel van het terrein verontreinigd is. De bovenste drie meter bevat verhoogde concentraties zware metalen zoals zink en chroom. In de grond van de voormalige tennisbanen werden chroom, koper, zink en cadmium aangetroffen.

Afbeelding11.jpg

Bron: T416-013 Fotograaf M. v.d. Pluym 1969, nieuwe vleugel Unileverterrein

Onbekende herkomst

Tussen 1961 en 1971 is het terrein verder opgehoogd met grond van onbekende herkomst, door de gemeente Vlaardingen aangeduid als baggerspecie. In 1974 en 1975 is de toenmalige Veerhaven gedempt met sloopafval en vervolgens afgedekt met zand, eveneens van onbekende herkomst.

Die ophooglagen komen ook voor onder de zuidelijke parkeerplaatsen, die zijn aangelegd op een historische baggerspecieloswal. De bodem bevat daar en op andere delen van het terrein verhoogde concentraties zware metalen, waaronder zink bij de voormalige Unilever-gebouwen A en B. In totaal gaat het om minimaal circa 17.000 kubieke meter historisch verontreinigde grond. Volgens het saneringsplan kan dit volume oplopen tot meer dan 100.000 kubieke meter, afhankelijk van de diepte en spreiding van de verontreiniging.

Afbeelding13.jpg

Bron: T120-019  Hoogwater door de Watersnoodramp op het terrein van Lever's Zeep Maatschappij (Sunlight-Unilever) aan de Deltaweg in 1953 | Foto: Muns

Vervuild grondwater?

In het grondwater zijn vetzuren, detergenten (Schoonmaakmiddelen, red.) en vluchtige organische chloorverbindingen (VOCI’s) aangetroffen, vooral bij de voormalige vatenopslag en de bezinkputten. VOCI’s zijn vluchtige oplosmiddelen, zoals chloorhoudende ontvetters en andere chemische reststoffen. Bij gebouw U is daarnaast een tweede verontreiniging met VOCI’s vastgesteld, met een omvang van ruim 1.200 kubieke meter, waarvan ongeveer een derde als sterk verontreinigd wordt aangemerkt.

Volgens Chiel Jonker, onderzoeker en consultant bij de divisie Toxicologie van het Institute for Risk Assessment Sciences (IRAS) en verbonden aan de Universiteit Utrecht, die Twee alle onderzoeken heeft toegestuurd, zijn vetzuren geen gebruikelijke verontreinigende stoffen. “Ze zijn mogelijk van natuurlijke oorsprong en doorgaans niet erg toxisch.”

Jonker vraagt zich af of het grondwater wel schoongemaakt gaat worden, omdat dat niet vaak gebeurt. Het is namelijk een intensief proces: het grondwater moet worden opgepompt en bijvoorbeeld door een laag actieve kool worden geleid. Dat is een speciaal bewerkt materiaal met heel veel kleine poriën, waardoor het werkt als een soort spons die vervuilende stoffen vasthoudt. Daarna wordt het schone water weer terug de bodem ingepompt. 

Volgens Arjan Bleesing van Stepforward BV wordt het grondwater wel degelijk gesaneerd. “Twee spots met vetzuren en een spot VOCl in grondwater zijn al gesaneerd en momenteel wordt monitoring uitgevoerd om te controleren of ze echt weg zijn. Voor een detergentenverontreiniging wordt inderdaad momenteel zo’n intensief proces uitgevoerd”, aldus Bleesing.

IMG_6379.jpg

Bouw gaat door bij oude Unileverterrein | Foto: Twee

Interventiewaarden overschreden

Uit het saneringsplan blijkt dat op meerdere plekken te hoge waarden van zware metalen en VOCI’s in de bodem en het grondwater zijn gevonden. Daarmee is officieel sprake van ernstige bodemverontreiniging. Dat betekent echter niet automatisch dat er haast is geboden met saneren.

Toezichthouder DCMR, die verantwoordelijk is voor de handhaving en toetsing van de sanering, beoordeelt de situatie niet op basis van een indruk of een gevoel van urgentie, maar toetst strikt aan de wettelijke criteria uit de Circulaire bodemsanering 2013.

Volgens Bleesing werkt het als volgt: “De toezichthouder hanteert gewoon de wet- en regelgeving, waarin is vastgelegd wanneer een geval van bodemverontreiniging met spoed moet worden gesaneerd. Uit een reguliere toetsing volgt dat de verontreiniging hier weliswaar omvangrijk is, maar niet spoedeisend.” Bij deze locatie is dan ook vastgesteld dat er geen sprake is van een spoedsituatie, zolang mensen niet direct in contact komen met de verontreinigde bodem.

IMG_6375.jpg

Sanering druk aan de gang | Foto: Twee

Waterlozingen

Het Hoogheemraadschap van Delfland meldt dat er de afgelopen jaren meerdere grondwateronttrekkingen hebben plaatsgevonden op het voormalige Unilever-terrein. Het opgepompte water is daarbij steeds afgevoerd via het riool of via de eigen zuiveringsinstallatie. Volgens Delfland zijn er geen lozingen op het oppervlaktewater waargenomen.

In juli 2024 vond een grondwateronttrekking plaats voor een boring onder het spoor, waarbij het water op het riool is geloosd. In december 2024 werd grondwater onttrokken voor het inbrengen van een kabel, eveneens met lozing op het riool. In juni 2025 was er opnieuw een grondwateronttrekking, ditmaal voor de aanleg van een rioolput, waarbij het water opnieuw naar het riool is afgevoerd. In augustus 2025 volgde een grondwateronttrekking in het kader van saneringswerkzaamheden; het water werd toen eerst via de eigen zuiveringsinstallatie (AWZI) geleid en daarna via het riool afgevoerd richting de Groote Lucht.

Uit onderzoek blijkt dat het grondwater sterk verontreinigd is met arseen en plaatselijk met VOCl. Het verhoogde arseengehalte wordt toegeschreven aan natuurlijke omstandigheden of aan veranderingen in de waterhuishouding. Omdat deze waarden geen onaanvaardbare risico’s opleveren, is aanvullend onderzoek of sanering niet nodig, ook niet bij herinrichting. De VOCl-verontreiniging beslaat meer dan 100 kubieke meter grondwater en bevindt zich op een diepte van ongeveer 1,2 tot minimaal 6 à 7 meter onder het maaiveld.

IMG_6370.jpg

Zand wordt afgevoerd op het oude Unileverterrein | Foto: Twee

Beperkte sanering

Het saneringsplan, dat eind 2023 is vastgesteld, beschrijft hoe de vervuilde bodem en het grondwater worden aangepakt. Een volledige sanering, waarbij alle vervuilde grond zou worden afgevoerd, is volgens de rapportage niet wenselijk omdat dit duizenden transportbewegingen en een grote hoeveelheid CO₂-uitstoot met zich mee zou brengen.

Daarom is gekozen voor een zogenoemde functionele sanering. Daarbij worden alleen de zones waar mensen wonen of werken volledig veilig gemaakt. De vervuilde grond blijft grotendeels op het terrein, maar wordt herschikt en afgedekt met een leeflaag van minimaal één meter schone grond van de kwaliteitsklasse wonen. Zo wordt direct contact met de vervuiling voorkomen en blijft het risico op verspreiding beperkt.

Volgens Jonker is het gebruikelijk om vervuiling plaatselijk weg te halen; dat wordt ook wel de hotspotaanpak genoemd. Ook afdekken wordt regelmatig toegepast, maar net als bij het onder een weg leggen, is het volgens hem vooral een manier om het probleem goedkoop te verbergen. Als de stoffen naar het grondwater kunnen weglekken, zal dat in dit geval nog steeds gebeuren.

IMG_6373.jpg

Sloop gebouwen Unileverterrein | Foto: Twee

Wettelijke methode

Volgens Kester is het normaal dat na een sanering een deel van de verontreiniging in de bodem achterblijft onder een leeflaag van minimaal één meter schone grond. “Dat is in Nederland de meest gebruikte en wettelijk vastgelegde methode, omdat het simpelweg onmogelijk is om alle vervuilde grond centraal te verwijderen. Het saneringsplan waarop wordt verwezen betreft alleen de immobiele verontreinigingen; daarnaast zijn er twee aparte plannen voor de mobiele verontreinigingen, zoals eetbare vetzuren en vluchtige organische chloorverbindingen, die inmiddels al volledig zijn gesaneerd en niet meer worden aangetroffen”, laat Kester weten.  

De projectontwikkelaar laat weten dat er tal van meetpunten zijn waar regelmatig wordt gecontroleerd, en houden onafhankelijke, gecertificeerde toezichthouders dagelijks toezicht. “Bovendien wordt op het terrein een intensieve aanvullende sanering uitgevoerd voor een resterende detergentverontreiniging, waarbij via een systeem van onttrekkingsbuizen en een bovengrondse reinigingsinstallatie het grondwater één tot twee jaar lang verder wordt schoongemaakt, zodat de bodem zo schoon mogelijk wordt doorgegeven aan de volgende generatie”, aldus Kester.

Alleen de sterkst vervuilde plekken worden ontgraven. Dat gaat om afgerond drie duizend kubieke meter ernstig verontreinigde grond. Daarnaast wordt ongeveer vijfendertig duizend kubieke meter grond tot industriekwaliteit ontgraven. Deze vrijkomende grond wordt tijdelijk opgeslagen, geanalyseerd en waar nodig afgevoerd naar een erkend reinigingsbedrijf.

Volgens DCMR is “de verontreiniging wel ernstig, maar niet spoedeisend”. De achterblijvende vervuiling wordt volgens de saneringsstrategie „beheerst en afgesloten” in plaats van volledig verwijderd. Na afloop moet het terrein geschikt zijn voor wonen met tuin en deels voor bedrijven. De totale saneringskosten bedragen ruim anderhalf miljoen euro.

edit.00_01_11_20.Still002.jpg

Foto: Bewoners Nieuwe Sluis

Heeft de gemeente geen idee?

Twee vroeg DCMR om een overzicht van actuele metingen per stof en deelgebied. De milieudienst verwijst hiervoor naar het saneringsrapport uit 2023. DCMR geeft aan dat de voortgang “regelmatig gecontroleerd” wordt. Inspectieverslagen zijn opvraagbaar bij de milieudienst. De bodemkwaliteitskaart waarnaar de dienst verwijst op de website dateert van 2015 en 2021.

Een bewoner vroeg via een Woo-verzoek, een officieel verzoek op basis van de Wet open overheid om overheidsdocumenten op te vragen, naar meetgegevens van asbest, lood, fijnstof, VOC’s en glas- of isolatievezels. De bewoner kreeg echter te horen dat zulke gegevens niet bestaan: “Er zijn geen metingen uitgevoerd.” De politieke partij HEEL DE STAD  stelde daarna schriftelijke vragen over metingen van fijnstof en geluidsniveaus sinds april 2025. De gemeente gaf daarop aan waarom die metingen uitblijven: “Omdat wij vonden dat daar tot op heden geen aanleiding voor was.”

Op de vraag hoe de gemeente de naleving van de Wet publieke gezondheid waarborgt en welke maatregelen zij neemt om bewoners actief te beschermen tijdens de sloop bijvoorbeeld door beschermende middelen te vergoeden, antwoordt de gemeente dat zij daartoe eveneens geen aanleiding ziet: “Er zijn tot op heden geen overtredingen geconstateerd van de geldende wet- en regelgeving.”

Afbeelding6.jpg

Bron: T416-009-1 Foto Ronde; jaren 60; collectie Stadsarchief Vlaardingen

Beperkte risicoanalyse

Voor het saneringsplan is de spoedeisendheid van de bodemverontreiniging beoordeeld met Sanscrit, de landelijke Risicotoolbox die hiervoor verplicht wordt gebruikt. Bij deze toets moeten altijd drie soorten risico’s worden meegenomen: risico’s voor mensen, voor ecologie en voor verspreiding. De beoordeling is gedaan op basis van het huidige gebruik van het terrein (“ander groen, bebouwing, infrastructuur en industrie”). Per stof zijn de vijf hoogste meetwaarden genomen en gemiddeld, als worstcasescenario. Voor de ecologische toets is onder meer 7.035 vierkante meter onverhard terrein ingevoerd.

Uit het historisch bodemonderzoek blijkt dat de vervuiling op het terrein uit verschillende bronnen komt. Een deel daarvan is historische verontreiniging, waaronder een oude baggerspecieloswal aan de oostzijde. Deze ophooglaag bestaat vooral uit kleiig materiaal en bevat op meerdere plekken matig tot sterk verhoogde concentraties zware metalen en minerale olie. Daarnaast zijn er verontreinigingen die samenhangen met vroegere bedrijfsactiviteiten, zoals laboratoria, proeffabrieken, transformatorruimtes, olie- en vetafscheiders en morsingen van (grondstoffen voor) wasmiddelen.

IMG_6383.jpg

Werkzaamheden in volle gang | Foto: Twee

Niet relevant? 

In de Sanscrit-uitvoer worden verspreidingsrisico’s als “niet relevant” aangemerkt. Bleesing zegt daarover: “Omdat het saneringsplan alleen over de aanpak van immobiele stoffen gaat. Voor de mobiele stoffen zijn namelijk aparte saneringsplannen opgesteld.”

Het nadermilieu onderzoek uit 2022 adviseert echter om de verschillende verontreinigingen als één geheel te saneren, omdat sommige elkaar overlappen. Ook wordt aangegeven dat bij saneringsmethoden zoals grondwateronttrekking rekening moet worden gehouden met alle aanwezige grondwaterverontreinigingen.

Bleesing legt uit dat de risico’s al vóór de start van de werkzaamheden worden vastgesteld: “De risico’s worden vooraf al bepaald. Vervolgens wordt de sanering uitgevoerd onder toezicht van verschillende onafhankelijke toezichthouders. Die toezichthouders rapporteren al hun bevindingen dagelijks in een dagrapport en maken achteraf een samenvatting van het hele werk. Dat eindrapport wordt dan ook nog eens getoetst door de DCMR.”

De toezichthouder DCMR vult aan dat pas na afronding van de sanering een eindrapport verschijnt waarin staat wat is afgevoerd en wat is achtergebleven. Daarna volgt een evaluatie van het geheel.

IMG_6385.jpg

Werkzaamheden in volle gang bij Unilever | Foto: Twee

Asbest en toezicht

Naast de verontreinigde grond zijn er ook resten asbest van de voormalige gebouwen aangetroffen. Voor de sloop van de oude Unilever-gebouwen zijn daarom meerdere meldingen gedaan in verband met asbestverwijdering. Volgens de regels moet asbest altijd worden verwijderd onder toezicht van een gecertificeerde deskundige toezichthouder asbest (DTA), en moeten alle stappen worden vastgelegd in het Landelijk Asbestvolgsysteem (LAVS).

DCMR bevestigt dat de asbestmeldingen zijn beoordeeld, maar heeft geen toezicht gehouden op de daadwerkelijke verwijdering. Dat toezicht lag bij de gecertificeerde uitvoerders zelf. Volgens de milieudienst gaat het om onafhankelijke beoordelaars die, zoals gebruikelijk bij dergelijke werkzaamheden, door de aannemer worden betaald. De DTA ziet erop toe dat de verwijdering volgens de voorschriften verloopt en legt daarvan rapportages vast.

Over andere stoffen dan asbest laat DCMR weten dat de bodemsanering nog in uitvoering is. Nieuwe metingen of tussenresultaten worden niet tussentijds gepubliceerd, maar opgenomen in het eindrapport zodra de sanering volledig is afgerond.

edit.00_00_14_18.Still001.jpg

Stofwolken door de wijk Nieuw Sluis | Foto: bewoners

Van fabriek naar stadswijk

De huidige problemen vinden hun oorsprong meer dan een eeuw geleden. Waar nu kranen, containers en bouwverkeer staan, lagen ooit weilanden. In 1901 richtte de Engelse ondernemer Lord Leverhulme hier de Lever’s Zeep Maatschappij op. De fabriek produceerde Sunlight-zeep en gaf het gebied zijn eerste industriële karakter. In 1956 opende premier Willem Drees het Unilever Research Laboratorium, dat uitgroeide tot een complex van 37 gebouwen.

Een oud-medewerker en analist, die liever anoniem blijft, herinnert zich de beginjaren nog goed. "Ik werkte op het wasmiddelenlab, de afdeling analyse en beproeving. Daar onderzochten we onder meer wasproducten van concurrenten om te zien of er nieuwe of betere ingrediënten in zaten. Denk aan welke bleekmiddelen en fosfaten erin zaten bijvoorbeeld.”

De medewerker weet nog dat er een speciale proefafdeling en een proeffabriek voor wasmiddelen was. “Het chemische afval werd opgehaald en goed afgevoerd. Stoffen mochten niet zomaar door de gootsteen worden gespoeld.” In de jaren die volgden werd er steeds meer met computers gewerkt en moderniseerden de werkzaamheden.

Toch liet meer dan een eeuw industrieel gebruik zijn sporen na. Een groot deel van de huidige bodemverontreiniging blijkt terug te voeren op de voormalige baggerspecieloswal die hier al vóór de uitbreiding van het laboratorium lag; die ophooglaag bevatte hoge gehalten zware metalen en verklaart de omvang van de historische vervuiling. Andere verontreinigingen hangen samen met het Unilever-verleden: in het grondwater werden onder meer VOCI’s, detergenten en eetbare vetzuren aangetroffen, stoffen die passen bij vroegere productie- en onderzoeksprocessen. Zo komen de huidige milieuproblemen voort uit een combinatie van oude terreinophogingen en tientallen jaren industrieel gebruik.

Afbeelding7.jpg

Bron: T416-001-1 Foto Kopa, jaren 60; collectie Stadsarchief Vlaardingen

Naar Wageningen en terug naar Vlaardingen

In 2016 kondigde Unilever aan zijn onderzoeksactiviteiten te verplaatsen naar Wageningen. Drie jaar later verkocht het bedrijf het terrein aan de Van Adrighem Group en in 2020 Leyten die als medeontwikkelaar is ingestapt, die het samen met de gemeente transformeert tot District U: een nieuwe stadswijk met 700 tot 900 woningen, werkplekken, onderwijsruimtes, horeca en openbare pleinen.

Voordat de herontwikkeling begon, werden op een deel van het terrein tijdelijke woonunits geplaatst. In een eerste notitie uit januari 2021 adviseerde bureau Van der Helm om onder deze units een betonnen plaat en een ventilatielaag van 80 centimeter aan te leggen. Die maatregel zou nodig zijn als lopend onderzoek zou uitwijzen dat er ter plaatse verhoogde waarden van vluchtige chloorkoolwaterstoffen (VOCI’s) aanwezig waren, zodat bewoners geen risico zouden lopen op contact met of dampen uit de bodem.

Afbeelding8.png

Tijdelijke ventilatie laag containerwoningen | Bron: VanderHelm Milieubeheer

Wonen niet gevaarlijk? 

Een aanvullende notitie uit juli 2021, gebaseerd op het volledige eindonderzoek naar het terrein, concludeerde echter dat zulke overschrijdingen op deze locatie niet voorkwamen. Daarom is de voorgestelde ventilatielaag uiteindelijk niet aangelegd. De ruimte onder de woningen die wél aanwezig is, is volgens de ontwikkelaar uitsluitend bedoeld als kruipruimte voor kabels, leidingen en bereikbaarheid tijdens het project, en niet als milieumaatregel.

De ontwikkelaars Van Adrighem en Leyten reageren dat het beeld van een beperkte sanering en een gebrek aan actuele metingen niet klopt. Zij wijzen erop dat de verontreiniging voor een belangrijk deel voortkomt uit een door de gemeente aangebrachte ophooglaag en tientallen jaren industriële activiteiten.

Volgens hen is vooraf uitgebreid onderzoek gedaan en zijn gespecialiseerde bureaus betrokken om te bepalen hoe de bodem zó kan worden gesaneerd dat wonen en recreëren veilig is. “Alle betrokken bedrijven zijn gecertificeerd en er wordt gewerkt volgens de geldende wet- en regelgeving. De gezondheid van personeel en bewoners staat voorop”, laat de ontwikkelaar weten. “Bij twijfel laten wij geen werkzaamheden uitvoeren waarvan een gezondheidsrisico bekend is.”

Volgens de ontwikkelaars zijn er tot nu toe geen signalen dat er gezondheidsrisico’s zijn opgetreden. Na meldingen van omwonenden laat de gemeente aanvullend onderzoek uitvoeren; de ontwikkelaars en de sloper zeggen daaraan volledig mee te werken. DCMR en de gemeente melden dat tot nu toe geen afwijkingen zijn vastgesteld.