advertentie
Vlaardinger (58) cel in na transport van 58 kilo heroïne: 'Ben schuldig én onschuldig'
Een man uit Vlaardingen is door de rechtbank Rotterdam veroordeeld tot een gevangenisstraf van dertig maanden, waarvan vijftien maanden voorwaardelijk. Dit vanwege betrokkenheid bij het vervoeren van 58 kilo heroïne en het in het bezit hebben van materiaal voor de productie van drugs. Op maandag 15 december vond de zitting plaats.
door Anne Stokhof
maandag 15 december 2025 16:56
De verdachte T. C., slecht ter been en op krukken, spreekt gebrekkig Nederlands en wordt geholpen door een tolk. Aan het begin van de zitting in de rechtbank van Rotterdam verklaart de man direct: “Ik moet alle vragen beantwoorden, want ik ben schuldig én onschuldig.” Het Openbaar Ministerie verdenkt hem van het vervoeren van bijna 58 kilo heroïne en het bezit van materialen die worden gebruikt voor de productie van drugs, waaronder een pers, drugsmallen en een hydraulische pomp.
Transport van drugs
De verdachte vertelt tijdens de zitting dat hij een schuld heeft van 2500 euro bij een vriend van hem. C. geeft aan de vriend niet goed te kennen. Hij zou hem twee of drie keer hebben gezien en hem ongeveer vijf jaar geleden in Schiedam hebben leren kennen, tijdens het eten van döner. Die vriend vertelt tegen de verdachte dat hij de schuld kan afbetalen als hij een busje met spullen ergens heen vervoert. Hij zou hier dan ook nog eens 3500 euro voor krijgen. De verdachte vindt dat veel geld en doet het. De dag voordat hij die rit moet doen vraagt de vriend of hij daarnaast een aantal dozen kan opbergen in zijn huis.
Op 2 september 2025 wordt de verdachte aangehouden door de politie. Dit is één dag nadat de spullen in zijn huis zijn geplaatst. Hij rijdt in een bus waarin drie grote big shoppers achterin liggen die gevuld zijn met in totaal 58 kilo heroïne. C. erkent dat hij de bestuurder was van het voertuig, maar ontkent dat het zijn bus is. Er is ook geen DNA van de verdachte aangetroffen op de tassen met heroïne. C. vertelt dat twee vrienden van hem de tassen in de bus hadden geplaatst zonder dat hij wist wat erin zat. Volgens hem gingen ze spullen kopen voor zijn huis. “Ik wist niet dat het om duistere zaken ging, want het was een vriend van mij”, vertelt de verdachte.
De verdachte verklaart dat de vriend op de dag van de aanhouding voor hem uit reed richting de Spaanse Polder. Daar zou hij de tassen moeten afleveren. Maar zijn vriend verdween uit het zicht. Daarop besloot de verdachte naar huis te gaan.
Tijdens de zitting beweegt C. met veel armgebaren en herhaalt meerdere keren dat hij niet heeft gezien dat de tassen in de bus werden geplaatst. “De bus was achter afgesloten. Ik heb niks gezien”, aldus de verdachte.
Aangetroffen materialen
Volgens de rechter werden bij een doorzoeking van de woning van de verdachte dozen vol spullen aangetroffen die gebruikt worden bij drugshandel en productie, zoals een pers, drugsmallen en pompen. De verdachte verklaart dat deze spullen van een vriend waren, die thuis geen ruimte had om ze op te slaan. Volgens hem waren de materialen gekocht in een normale winkel en zaten ze in dozen, dus hij heeft nooit gezien wat daarin zou zitten. Hij dacht dat er ijzer in de dozen zat.
De rechter toont tijdens de zitting foto’s van de aangetroffen spullen. De rechter vertelt hoe zwaar een pers is en legt aan de verdachte voor: “U moet toch wel gevoeld hebben hoe zwaar het is?” De verdachte verklaart dat de spullen slechts één dag bij hem thuis hadden gestaan en dat zijn vriend ze diezelfde avond weer zou ophalen.
De rechter confronteert de verdachte met het feit dat er drie tassen in de bus werden geladen. “U ziet drie tassen in de bus gaan, dan denkt u toch, hoeveel past daar wel niet in?”, vraagt de rechter. “Ik had wel een vermoeden dat het om drugs ging, maar niet om zoveel drugs”, geeft de verdachte toe.
Persoonlijke omstandigheden
De verdachte schetst een somber beeld van zijn persoonlijke situatie. Hij is ziek, heeft moeite met lopen en douchen en zegt zorg nodig te hebben. In detentie zou hij het zwaar hebben. Hij is meerdere keren gevallen en heeft daarbij al twee keer een tand gebroken. Ook wijst de advocaat tijdens het pleidooi op eerdere geweldservaringen van de verdachte. Hij zou in het verleden zijn gestoken omdat hij niet wilde meewerken aan een drugsdeal, waarna hij blijvende lichamelijke klachten heeft overgehouden.
De verdachte heeft ook al eerder vastgezeten voor een drugszaak. Toen werd hij veroordeeld tot het betalen van een geldboete van 911.000 euro en kreeg een forse gevangenisstraf.
Eis en uitspraak
De officier van justitie stelt dat er sprake is van het opzettelijk vervoeren en voorbereiden van het maken van drugs. De officier eist een gevangenisstraf van vier jaar, met aftrek van de tijd die de verdachte al in voorarrest heeft doorgebracht.
De verdachte wordt door de rechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden onvoorwaardelijk en 15 maanden voorwaardelijk. De tijd die hij al in detentie heeft doorgebracht, wordt van de straf afgetrokken.


