Schiedam is de eerste gemeente in Nederland waar een nieuw soort fitnesstoestel geplaatst wordt. Tot en met zondag 15 november is het mogelijk om aan de Maasboulevard gebruik te maken van zeven fitnesstoestellen.

Sportscholen zijn er niet blij mee. Ze hebben het al ontzettend moeilijk door de coronascrisis. "Ik heb hier te maken met allerlei regels van het RIVM, moet mijn toestellen reinigen, registreren wie er binnenkomt en hoe laat ze naar buiten gaan" zegt Patrick Lagerwaard van Ped's Sports Centre, dat op een steenworp afstand van de gratis toestellen op de Maasboulevard is gevestigd.  En dan gaat de gemeente, in plaats van ons te helpen, zonder overleg toestellen neerzetten die gratis te gebruiken zijn. Er is totaal geen controle op. Dat is toch krom?"

Volgens Michel Middendorp van Open Sports b.v., het bedrijf dat de toestellen heeft neergezet, is er geen sprake van oneerlijke concurrentie: "Ik denk dat je deze toestellen als toevoeging moet zien op de oefeningen en exercises die mensen doen. Dit zijn fitnesstoestellen die een gecontroleerde beweging hebben. In een sportschool kan ik mijn cardioapparaten gebruiken en kan ik zoals ze dat noemen free weights gebruiken, dus mijn dumbells en andere gewichten."

Aan de hygiëne-maatregelen hoeven zij zich niet houden, denkt Open Sports: "Omdat dit openbare toestellen zijn geldt hier inderdaad de verantwoordelijkheid van de mensen zelf. Je moet dit zien als een soort van straatmeubilair. Net als een bankje, daar ga je ook op zitten. We zitten nu in een Coronaperiode en die  Coronaperiode gaat ook een keertje over. En dit valt toevallig samen".

Volgens de gemeente is er echter juist sinds de start van het 'coronatijdperk' de behoefte om buiten te bewegen en sporten flink gegroeid. Er is een nieuw soort fitnesstoestel neergezet, waarvan door een eenvoudig bedienbaar schuifmechanisme het gewicht kan worden ingesteld en daarmee de weerstand. 'Zo kan iedereen op zijn of haar eigen niveau kan trainen.'

Patrick Lagerwaard: "Ze hadden van de gemeente sportscholen hier in de buurt moeten benaderen. Dan had er een instructeur kunnen staan, die de boel in de gaten houd en de spullen schoonhoudt en de administratie bijhoudt. Dat was een win-win situatie geweest"