Jarenlang was Schiedam in de media steevast in beeld als het over winkelleegstand ging. Nu staat Schiedam niet eens meer in de top 10, in een rapport over winkelleegstand van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) dat vandaag uitkwam.

In het rapport van PBL worden Vlaardingen en Rotterdam genoemd, maar Schiedam niet. Daar is niemand rouwig om.

De winkelleegstand in het centrum van Schiedam bedroeg in 2017 nog 25 %, toen noemde we Schiedam 'kampioen leegstand' en kwam er een particulier initiatief het 'Feest der leegstand'.

De zogenoemde leegstandsverordening bleek een gouden greep. In Vlaardingen wilden ze niet aan een dergelijke verordening 'omdat het in Schiedam niet zou werken en te duur zou zijn' schreven we op 1 april 2019. Nu is de leegstand in Schiedam nog zo'n 16,5 %. 

De leegstandsverordening trad in Schiedam op 1 mei 2017 in werking. Op die datum is in het verordeningsgebied de eerste officiële leegstandscontrole uitgevoerd, waarna met alle eigenaren van leegstaand vastgoed het gesprek is aan gegaan. Het zwaartepunt van deze eerste periode, waarin met ongeveer 90 vastgoedeigenaren over ca. 130 leegstaande panden in overleg is getreden, lag tussen augustus 2017 en juni 2018.
Nieuwe leegstand wordt driemaandelijks gemonitord, waarna in contact wordt getreden met de desbetreffende eigenaar, voor zover deze nog niet zelf zijn leegstaande pand heeft gemeld.

Het PBL voorspelt dat, als gevolg van de coronacrisis, de leegstand van winkels in binnensteden de komende jaren enorm zal toenemen. Voor 2022 voorspellen ze een toename van 40 procent. De oplossing: wonen in winkelpanden toestaan en (op termijn) meer horeca.