advertentie
  • politiek
  • maatschappij

Palestijnse gemeenschap voelt zich niet erkend ‘Ik voel mij heel eenzaam’

Naar aanleiding van de raadsvergadering op 3 april waarin drie voorstellen zijn besproken ligt de emotie hoog bij de Palestijns-Vlaardingse gemeenschap. Op woensdag 7 mei overhandigden Nawal Al-Baz namens de grootste Palestijnse gemeenschap van Nederland een brief aan burgemeester Bert Wijbenga waarin hun verdriet, woede, maar ook hoop wordt besproken.

Mirthe Verhagen

door Mirthe Verhagen

woensdag 07 mei 2025 17:18

Een moreel signaal, meer zeggen de Palestijnse en solidaire inwoners van Vlaardingen eigenlijk niet te vragen. Politieke partijen hebben begin april in de raad drie voorstellen ingediend om de gemeenschap te steunen. Het erkennen van de Palestijnse staat, het indirect steunen van de wederopbouw in Gaza en het in gesprek gaan met Palestijnse Vlaardingers. Het derde voorstel is als enige aangenomen. Door bepaalde partijen in de raad werd dit gezien als slap voorstel. De Palestijnse gemeenschap voelde zich na de avond in de raad onbegrepen.

"Wij waren echt gekwetst", zegt Al-Baz. "De teleurstelling was heel hoog.” De Palestijnse gemeenschap noemt de uitkomst van de vergadering "een avond van politieke onrechtvaardigheid". In de brief staat: "Een kleine symbolische erkenning van de Palestijnse staat was blijkbaar te veel gevraagd. Hulp bij de wederopbouw van Gaza, niet nodig. Alleen de meest minimale motie werd aangenomen."

Bestaansrecht wordt niet erkend

Volgens de betrokkenen gaat het niet alleen om politiek, maar ook om menselijkheid. Finan, een Palestijnse Vlaardinger, zegt: "Ik voel me heel erg eenzaam, ondanks dat we hier met veel zijn. Het doet pijn dat mijn bestaansrecht niet erkend wordt."

Al-Baz verliet het stadhuis positief, “hij heeft beloofd om de brief nogmaals te bespreken met alle fractievoorzitters. Dat geeft een beetje hoop”, zegt ze. Eén ding weet Al-Baz wel zeker ze blijft zich inzetten voor de mensen in Gaza. “Zolang Palestina niet bevrijd is en de onderdrukking voortduurt, zullen wij onze stem blijven laten horen.”