advertentie
Biologische moeder tegen pleegouders: ‘Hoe kan je vergeven wat onvergeeflijk is?’
Tijdens de rechtszaak tegen de Vlaardingse pleegouders komen ook de slachtoffers aan het woord. Onder meer de moeder van de Syrische jongens doet haar verhaal. Ook de biologische moeder spreekt Daisy W. en John van den B. toe, zichtbaar geëmotioneerd. “Ben je blij, achterlijk mens? Ik wens jullie het slechtste van het slechtste toe."
door Dennis Koorevaar
vrijdag 07 november 2025 14:59
Als eerst van de slachtoffers komt de moeder van de Syrische jongens aan het woord. Middels een brief wordt haar verhaal gedaan. “Ik ben in 2012 gevlucht voor oorlog en geweld. We hebben onze kinderen willen beschermen en naar een veiligere plek willen brengen. Toen gingen ze naar de plek waar ze het meest beschadigd waren.”
Verder spreekt de Syrische vrouw over moeilijk contact met Daisy. “Ik mocht niet in het Arabisch met mijn kinderen praten, mijn moedertaal. Ik sprak niet goed Nederlands en tóch moest ik in het Nederlands praten met mijn kind.” Daarnaast mocht ze haar kinderen ook niet meer zien. Inmiddels wonen haar kinderen weer bij haar. “Ik kan er nu weer voor ze zijn.”
'Monstergezin'
“Ook ben ik boos op de instanties”, vervolgt de vrouw. “Ik ben nooit serieus genomen, waardoor er later nog een meisje is geplaatst in het ‘monstergezin’.” Woede is een emotie die op dat moment niet alleen bij de vrouw heerst, maar ook bij haar zoon die later aan het woord komt. “Ik heb schade opgelopen in dit gezin. Toen ik hoorde over het pleegmeisje bleek het om John en Daisy te gaan, maar we hadden toch aangifte gedaan?” Hij snapt niet dat het pleegmeisje en haar zusje toen alsnog bij de pleegouders zijn geplaatst.
Voordat de biologische moeder van het pleegmeisje aan het woord komt, spreekt eerst de bijzonder curator van het meisje. “Na acht maanden intensieve revalidatie zit ze nu in een medisch gezinshuis. De revalidatie is stopgezet, want er is geen actieve voortgang meer te zien. Ze kan niet zelfstandig meedoen aan de samenleving.”
“Over haar hele lichaam zitten zichtbare littekens, die haar letterlijk voor het leven tekenen. Ze is emotioneel instabiel en snel prikkelbaar. Ze heeft last van angsten, spanning en ze wantrouwt de wereld om haar heen.” Verder geeft de curator aan dat het meisje traumatherapie krijgt, “maar de vraag is in hoeverre dit gaat helpen.”
'Vernederd, geslagen'
“Ik sta als moeder om mijn verhaal te doen.” Het is de beurt aan de biologische moeder van het pleegmeisje. “Hoe kun je vergeven wat onvergeeflijk is? Hoe kun je vrede vinden als je hoort wat mijn kinderen is aangedaan? Mijn kleine meid werd opgesloten in een kooi, die onder stroom stond. Ze verdiende veiligheid, maar kreeg marteling. Mijn meisjes werden vernederd, geslagen. Mijn kind kreeg niets te eten.”
"Ik vraag niet om wraak, maar om rechtvaardigheid. Dit mag nooit meer vergeten worden. Ze zijn monsters. Eindelijk kan ik jullie zelf aanspreken. Geen jeugdzorg, pleegzorg die jullie beschermt en de hand boven jullie hoofden houden."
De biologische moeder beschuldigt de pleegouders. "Alleen maar omdat jullie gekleurde mensen haten. Jullie eigen kind en eerste pleegkind hadden geen littekens. Alle gekleurde kinderen hebben het wel. Ze zouden geen contact meer met hun kinderen mogen hebben. Hadden jullie maar naar mij geluisterd. Mijn kind was wel handelbaar, want alleen bij jullie waren er problemen."
'Wat jullie gedaan hebben is blijvend'
"Daar zitten jullie met je achterlijke koppen. Verwachten jullie dat we jullie vergeven? Ben je blij, achterlijk mens? Wat jullie hebben gedaan is blijvend. Ik wens jullie het slechtste van het slechtste toe." Hard huilend verlaat de moeder de zaal.


