Stel uit Vlaardingen dat pleegdochter (10) mishandelde blijft langer vastzitten

Na de aanhouding zat het stel in volledige beperkingen. Dat betekent dat ze alleen mogen communiceren met hun advocaat. Deze situatie blijft onveranderd. Ze blijven in ieder geval nog veertien dagen vastzitten. Ze worden verdacht van poging tot doodslag, zware mishandeling, tegen wil in iemand vasthouden en iemand in hulpeloze toestand brengen of laten.

Burgemeester Wijbenga gaf woensdag bij Op1 aan dat hij ‘vreest dat het niet goed afloopt’ met het meisje. De biologische moeder is voor medische updates ‘volledig afhankelijk van de informatie die zij krijgt via William Schrikker Jeugdbescherming’. Ze heeft haar dochter wel kunnen zien. Die enkele bezoeken duren ongeveer vijf minuten.

Op verzoek van de biologische moeder is de geplande stille tocht vrijdagavond afgelast. Wel zal er om 19:30 uur een moment van samenzijn worden georganiseerd bij het Vlaardingse stadhuis. Het verhaal van het pleegmeisje raakt vele Vlaardingers diep. Sociale media staat vol met steunbetuigingen en er is een kaartjesactie opgestart voor het meisje.

Kamervragen

Patrick Crijns, Tweede Kamerlid voor de PVV, heeft vragen gesteld aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Maarten van Ooijen. “Ik wil uitleg, waar kon dit misgaan? Ik als vader schrok er ontzettend van. Er loopt iets mis in de keten, we moeten gaan kijken wat. Het is eigenlijk te laat, maar we moeten zorgen dat het niet meer gaat voorkomen.” De vragen worden binnen dertig dagen beantwoord.

“Dit is de zoveelste keer. Er moet direct adequate actie komen als een kind aan de bel trekt”, vervolgt Crijns. “Wat ging er mis? Wie is verantwoordelijk? Instanties wijzen naar elkaar. We moeten de vinger op de zere plek leggen en het in de toekomst anders aanpakken.” Momenteel ligt het meisje in zorgelijke toestand in het ziekenhuis. “Als het erger afloopt met haar wil ik denk ik wel een debat aanvragen.”

Onderzoek

De staatssecretaris zegt de resultaten van de onderzoeken af te wachten. Naast het politieonderzoek gaat de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) ook een onderzoek doen. “We hebben meldingen over deze calamiteit ontvangen van de betrokken zorgaanbieders en we kijken wat de vervolgacties zijn. We kunnen geen informatie delen over individuele zaken.”

Een soortgelijk onderzoek wordt volgens de IGJ meestal door de zorgaanbieder zelf gedaan. “Als we een zorgaanbieder vragen onderzoek te doen moet dit onafhankelijk worden gedaan. Dat kan bijvoorbeeld intern door mensen die niet bij een zaak betrokken zijn, met een onafhankelijk voorzitter van buiten of door een onafhankelijk bureau van buiten. Dit is afhankelijk van de situatie.” In sommige gevallen doet de inspectie het onderzoek zelf.

De resultaten van het onderzoek moeten volgens de IGJ zorgen voor verbetering. Er wordt gekeken waar risico’s zijn en wat daaraan kan worden verbeterd. “Dat soort onderzoeken hebben het meeste effect als zorginstellingen ze zelf doen. Dan leren ze er het meeste van.”